Wat zou Jezus doen als zijn vroege jaren verteld zouden worden als een onopvallende horrorfilm?
Het zou waarschijnlijk een nieuwe kans zijn om te vergeven, samen met de heel gemakkelijke handeling van het vergeten van ‘The Carpenter’s Son’, een smerige, alt-bijbelse ploeteren die niet eens de kitscherige betekenis heeft om Nicolas Cage op de juiste manier te gebruiken als een paranoïde Joseph die niet zeker weet of zijn kind uit de goede of de slechte komt.
Schrijver-regisseur Lotfy NathanDe inspiratie hiervoor is een apocriefe tekst uit de tweede eeuw, het Kindheidsevangelie van Thomas genaamd, die beweert de met incidenten gevulde jeugd van een temperamentvolle Jezus te beschrijven. Het is nooit algemeen aanvaarde christelijke canon geweest, maar er is geen reden waarom wat niet de heilige Schrift is, geen heilig-moly-script zou kunnen zijn. In de hervertelling van de Egyptisch-Amerikaanse filmmaker is een verwarde jongen (Noach rok) op de vlucht voor vervolging met zijn vrome vader, de Timmerman (Cage), en etherische moeder (een blanco gezicht FKA-twijgen) is een superheld die wacht, met een bloedige handschoen aan nachtmerries die hij als eerste moet doorstaan.
Een daarvan overleeft zijn eigen geboorte, hier gepresenteerd in een reeks van met fakkels verlichte, zachte arbeid die verre van de fonkelende kribbe van kerstdiorama-harmonie is. Op het scherm luidt de tekst ‘Anno Domini’, voor het geval het niet duidelijk is wiens navelstreng wordt doorgeknipt. ‘Ze komen hem halen,’ zegt zijn vader. Het gekwelde gekreun van mijn moeder tijdens de bevalling gaat over in dat van jonge vrouwen in de buurt, waarbij hun baby’s uit hun armen worden gerukt en in een vreugdevuur worden gegooid. Deze nieuwe familie ontsnapt ternauwernood aan het toezicht van de moordenaars van de koning.
Een tijdverschuiving brengt ons naar het moment waarop de jongen 15 is (om nog maar te zwijgen van de norse, verveelde blik en geteisterd door gewelddadige visioenen van kruisiging). Ons trio belandt in een afgelegen nederzetting die hen de kans biedt op een eenvoudig leven, zij het onder de strikte voorzorgsmaatregelen van de timmerman tegen boze geesten: dichtgetimmerde ramen, veel bidden, schoon blijven en ervoor zorgen dat de jongen zich aan zijn schoolopleiding houdt. Het aantrekkelijke stomme meisje Lilith (Souheila Yacoub) trekt de glurende blik van de jongen. Maar dan is er nog de jonge androgyne figuur met mysterieuze littekens (Isla Johnston), die van plan lijkt de nieuwe jongen lessen te geven in het overtreden van regels, om nog maar te zwijgen van cynische begeleiding over zijn lot.
“Je weet wie ik ben, maar wie ben jij?” deze overhalende vreemdeling biedt, wat lijkt op een speeltuinantwoord, verdraaid om pseudo-filosofisch te klinken. Nathan maskeert, via zijn volledig voetgangersgerichte regiestijl, nooit precies wie het is. Maar het zorgt wel voor een monotone kijkervaring. Ondertussen begint de nukkige Jezus zijn krachten te voelen en wordt hij door sommigen plotseling een redder genoemd, door anderen een kwaadaardige tovenaar. Meestal is hij nog een oninteressante jeugdfilm.
Met zijn vlakke locatiebeelden, bloed uit de B-film (slangen uit de mond getrokken) en kleurloze partituur is ‘The Carpenter’s Son’ het ongeïnspireerde oorsprongsverhaal waar je nooit voor hebt gebeden. Maar het voelt echt als een gemiste kans wanneer Cage op het scherm verschijnt, met wat lijkt op een poging van een man van middelbare leeftijd om een Rachel-kapsel te krijgen, opgezadeld met saaie dialogen over geloof en angst en zich over het algemeen gedraagt als een hervormde maniak onder verdoving.
“The Carpenter’s Son” wil het vermengen met een verzonnen (en wat sommigen godslasterlijk zouden kunnen noemen) verhaal over die keer dat Satan de peinzende tiener Jezus bijna verleidde. Maar Cage niet bijbels laten worden? Dat is een soort zonde tegen cinema.
‘De zoon van de timmerman’
Beoordeeld: R, voor sterke/bloedige gewelddadige inhoud en korte naaktheid
Looptijd: 1 uur, 34 minuten
Spelen: In beperkte release op vrijdag 14 november


