Als er één ding is waar de Britse monarchie in uitblinkt, dan is het wel de illusie van eeuwige Britsheid. De kronen blijven gepolijst, de toespraken blijven vriendelijk en de kastelen blijven fotogeniek. Maar de koninklijke familie zelf? Dat is een ander verhaal. Omdat de Windsors – de typisch Britse Windsors – vroeger zo Duits waren dat het Oktoberfest net zo goed een reünie van de koninklijke familie had kunnen zijn.En niets maakt deze ironie scherper dan de moderne kameraadschap tussen Groot-Brittannië en Duitsland die je ziet bij staatsbanketten, waar kroonluchters gloeien, orkesten spelen en koninklijke gesprekken beleefd vermijden te vermelden dat de stamboom ooit onberispelijk Hoogduits sprak. Dus laten we erin duiken.Er was eens het Huis van Saksen-Coburg en GothaDe Windsors waren niet altijd Windsors. Hun oorspronkelijke naam was het extreem Duitse Saksen-Coburg en Gotha, een dynastieke titel rechtstreeks uit een Wagner-opera. Het begon met koningin Victoria, wier moeder Duits was, en wier geliefde prins Albert zo door en door Duits was dat hij bijna ordelijkheid en efficiënte kerstboomplaatsing uitstraalde. Het Victoriaanse tijdperk voelt nu misschien als een gouden tijdperk van Britsheid, maar genealogisch gezien was het net zo Duits als pretzels en filosofie.Toen Victoria in 1901 stierf, erfde haar zoon Edward VII de troon – en de Duitse achternaam. Maar de echte plotwending kwam bij zijn zoon.
Koning George V: de koning die de monarchie een nieuwe naam gaf
George V erfde een land dat in oorlog was met Duitsland. Londenaren sloegen zuurkoolvaten kapot, teckels werden omgedoopt tot ‘vrijheidshonden’, en een koninklijke familie met een Duitse achternaam was niet de sfeer.Richtsnoer 1917: De grootste koninklijke PR-actie in de geschiedenis. Met één proclamatie dumpte George V Saksen-Coburg en Gotha en nam een naam aan die zo agressief Brits was dat hij tweed had kunnen dragen: Windsor.Geïnspireerd door Windsor Castle klonk het eeuwenoud, nobel en patriottisch, ondanks dat het gloednieuw was. De inkt droogde op het papierwerk, de briefhoofden van het paleis werden vernietigd en Groot-Brittannië ademde opgelucht uit. De monarchie was nu officieel Brits… tenminste op papier.
Maar de Duitse wortels verdwenen niet op magische wijze
De rebranding was briljant, maar de genealogie? Nog steeds erg Duits.Enkele hoogtepunten: Prins Philip, de echtgenoot van koningin Elizabeth II, werd geboren in de Griekse koninklijke familie, maar stamde af van Duitse huizen met namen die drie pagina’s van een paspoort konden vullen.Koningin Mary, echtgenote van George V, werd geboren als Maria van Teck – een andere Duitse tak. Charles III stamt af van een dicht web van Duitse vorsten dat zich uitstrekt over Beieren, Hannover, Hessen en meer. Als je de stamboom zou afdrukken en de Duitse verbindingen een kleurcode zou geven, zou Buckingham Palace een gezonde braadworstkleur oplichten. Zelfs vandaag de dag is koninklijk DNA feitelijk een Europees buffet.
De ironie van de moderne koninklijke diplomatie
Tegenwoordig, wanneer Britse vorsten Duitse leiders ontvangen met warme toespraken over gedeelde waarden, defensiesamenwerking en Europese eenheid, lacht de geschiedenis stilletjes. De koninklijke familie, ooit zo Duits dat ze zichzelf moest hernoemen om te overleven, speelt nu gastheer met het vertrouwen van een dynastie die zich volledig heeft geassimileerd – maar haar oorsprong nooit volledig is vergeten.U kunt zich het tafereel voorstellen: fonkelende kroonluchters, spelende muzikanten, Duitse gasten die zich vermengen met Britse aristocraten, en een monarch wiens voorouders ooit afkomstig waren uit de landen die zijn gasten vertegenwoordigen.Als er ooit een moment was waarop de geschiedenis zou kunnen knipogen, dan is dit het.
Hoe Duits waren de Windsors?

Op een schaal van 1 tot schnitzel: een stevige braadworst-met-zuurkool.Hun oorspronkelijke huis – Saksen-Coburg en Gotha – was authentiek, onmiskenbaar Duits. Zelfs de kerstboomtraditie waar Groot-Brittannië zo dol op is, werd rechtstreeks door Prins Albert geïmporteerd. Victoriaanse kerst? Eigenlijk een feestelijke Duitse culturele overname verpakt in klatergoud.Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het anti-Duitse sentiment zo sterk dat de pers zich openlijk afvroeg of de monarchie te Duits was om te regeren. De rebranding naar Windsor was niet alleen cosmetisch, het was overleven.
Windsor vandaag: Brits van naam, Europees van bloed
Tegenwoordig staan de Windsors symbool voor de Britse stabiliteit. Ze drinken thee, zwaaien vanaf balkons en zien eruit alsof hun wortels teruggaan tot het Romeinse Groot-Brittannië. Maar achter de samengestelde iconografie schuilt een familie die is samengesteld door eeuwenlange gemengde huwelijken in heel Europa.Brits-zijn is in hun geval meer kostuum dan chromosoom. En dat is precies waarom hun geschiedenis zo heerlijk ironisch is.Concluderend: de Windsors zijn de meest succesvolle Duitse import van Groot-BrittanniëBeiers bier is geweldig, de Duitse techniek is legendarisch, maar de meest succesvolle Duitse export naar Groot-Brittannië was de Britse koninklijke familie zelf.Een dynastie die begon met een Duitse prins en een half-Duitse koningin, vond zichzelf met één marketinggenie opnieuw uit – en werd de belichaming van de Britse identiteit. Nu zijn het misschien de Windsors, maar hun wortels reiken tot diep in de bossen van Midden-Europa. Lang leve de Britse monarchie. Of in de oorspronkelijke taal: Lang lebe die Windsors.

