Home Nieuws Waarom doen slimme mensen domme dingen?

Waarom doen slimme mensen domme dingen?

3
0
Waarom doen slimme mensen domme dingen?

Wat betekent het om ‘slim’ of ‘dom’ te zijn? Er zijn maar weinig vragen die bedrieglijk complexer zijn.

De meesten van ons hebben een uitgesproken mening over wat deze woorden betekenen, maar als we aan de oppervlakte komen, wordt het duidelijk dat ‘slim’ en ‘dom’ glibberige, subjectieve constructies zijn.

Wat voor de één slim lijkt, kan voor de ander overkomen als naïef, arrogant of kortzichtig. Erger nog: onze eigen perceptie van wat slim is, kan in de loop van de tijd veranderen. De slimme beslissing van gisteren kan lijken op de betreurenswaardige blunder van vandaag. Nemen Jay Gatsbybijvoorbeeld. Zijn grootse plan om zichzelf opnieuw uit te vinden, een fortuin te vergaren en Daisy terug te winnen leek ooit het toppunt van romantische intelligentie; maar uiteindelijk ontpopte het zich als waanvoorstellingen, gebouwd op illusies die zo kwetsbaar waren als de droom die hij najaagde.

{“blockType”:mv-promo-block”,”data”:{“imageDesktopUrl”:https://images.fastcompany.com/image/upload/f_webp,q_auto,c_fit/wp-cms-2/2025/10/tcp-photo-syndey-16X9. jpg”,”imageMobileUrl”https://images.fastcompany.com/image/upload/f_webp,q_auto,c_fit/wp-cms-2/2025/10/tcp-photo-syndey-1×1-2.jpg”eyebrow” “headline” “Get meer inzichten van Tomas Chamorro-Premuzic”,”dek: “Dr. Tomas Chamorro-Premuzic is hoogleraar organisatiepsychologie aan de UCL en Columbia University, en mede-oprichter van DeeperSignals. Hij heeft 15 boeken en meer dan 250 wetenschappelijke artikelen geschreven over de psychologie van talent, leiderschap, AI en ondernemerschap Meer”,”ctaUrl”:https://drtomas.com/intro/”,”theme”:{“bg”:#2b2d30″, “text”:#ffffff”, “eyebrow”:#9aa2aa”, subhed”:#ffffff”, “buttonBg”: “#3b3f46”, “buttonHoverBg”:91424800, “buttonText”:false,”slug”:91424798, “shareable”:false,”slug”}}

Voor een beroemde omkering van het pad (van zogenaamd dom naar overduidelijk slim) kun je Forrest Gump eens overwegen, wiens eenvoudige, ogenschijnlijk naïeve keuzes (bijvoorbeeld door Amerika rennen of investeren in ‘een of ander fruitbedrijf’) voor iedereen om hem heen dwaas leken. Toch leidde zijn gebrek aan overdenken en pretentieloze oprechtheid hem naar geluk, rijkdom en een soort rustig genie dat alle zogenaamde slimme mensen te slim af was.

Achteraf ontdekken we vaak dat ons veronderstelde genie louter geluk was, en dat onze ‘domme’ fouten feitelijk vermomde leermogelijkheden waren.

Kortom: slim zijn is geen vaste eigenschap; het is een bewegend doelwit dat wordt gedefinieerd door resultaten, context en tijd. In lijn daarmee hebben we de neiging om ons oordeel uit te stellen totdat we voldoende bewijs hebben gezien. Iedereen kan tenslotte flitsen van genialiteit of momenten van dwaasheid hebben; waar het om gaat is het algemene patroon. Daarom beoordelen we intelligentie niet op basis van een enkele handeling, maar op basis van de consistentie van keuzes en gedrag in de loop van de tijd.

De wetenschap van aanpassingsvermogen

Charles Darwin beroemd opgemerkt“Het is niet de sterkste van de soort die overleeft, noch de meest intelligente, maar degene die zich het beste kan aanpassen aan veranderingen.”

In dezelfde lijn hebben psychologen (die vaak grotendeels voetnoten zijn bij Darwin) een relatief eenvoudige en objectievere manier om slim versus dom gedrag te definiëren: aanpassingsvermogen. In die zin noemen we wat wij “intelligentie-“is grotendeels het vermogen om iemands gedrag aan te passen om de gewenste resultaten te bereiken in een veranderende omgeving. Met andere woorden, slim gedrag vergroot uw kansen op succes, overleving of welzijn. Stom gedrag doet het tegenovergestelde.

Wanneer u met verschillende opties wordt geconfronteerd, kan de slimheid van uw keuze worden beoordeeld aan de hand van de gevolgen ervan. Als uw beslissing uw kansen, relaties, reputatie of veerkracht vergroot, is het slim. Als het je vooruitzichten verkleint of je leven verslechtert, is het dom.

Cruciaal is dat deze definitie ook tegemoetkomt aan de sociale consensus. De mening van één persoon kan bevooroordeeld zijn, maar als veel onafhankelijke waarnemers het erover eens zijn dat een actie verstandig (of dwaas) was, is die consensus meestal een goede maatstaf voor de waarheid. Sommige mensen kun je af en toe voor de gek houden, maar niet iedereen altijd.

IQ versus EQ: 2 wegen naar slim gedrag

Als het gaat om het voorspellen of mensen zich intelligent zullen gedragen of niet, vallen twee psychologische constructies op: IQ en EQ.

IQ (intelligentiequotiënt) weerspiegelt cognitieve vaardigheden, dat wil zeggen hoe effectief je abstracte problemen leert, redeneert en oplost. Het is de beste voorspeller van prestaties in goed gedefinieerde, aan regels gebonden contexten zoals schoolexamens, technische analyse, programmeren of schaken. Mensen met een hoger IQ hebben de neiging betere beslissingen te nemen als het probleem een ​​goed antwoord heeft.

EQ (emotioneel quotiënt) daarentegen omvat het vermogen om emoties te begrijpen en te beheersen, zowel die van uzelf als die van anderen. Het voorspelt succes in minder gestructureerde, interpersoonlijke domeinen: teams leiden, onderhandelen, omgaan met conflicten of omgaan met stress. In deze vage, dubbelzinnige situaties zijn er zelden duidelijke ‘juiste’ antwoorden, en emotionele intelligentie helpt bij het navigeren door de grijze zones.

Beide vormen van intelligentie zijn van belang. IQ helpt je patronen te zien; EQ helpt je mensen te zien.

Valse stereotypen: boeken-slim versus straat-slim

Een deel van de reden waarom mensen weerstand bieden aan IQ is dat ze het gelijkstellen aan koude, academische of onpraktische intelligentie: het ‘boekenslim maar geen idee’ archetype. Denk aan figuren met een hoog IQ die rampzalige keuzes in de echte wereld hebben gemaakt: de Enron-managers met MBA’s van topscholen die hun eigen ineenstorting hebben bewerkstelligd, of Nobelprijswinnaars die fortuinen hebben verloren met daghandel omdat ze hun modellen overschatten. Briljante analisten, maar slechte beslissers.

Omgekeerd worden individuen met een hoog EQ (sympathiek, empathisch, overtuigend) vaak gevierd als ‘straat-slim’. Ze kunnen een kamer lezen, spanning wegnemen en anderen beïnvloeden. Toch betekent dit ook niet dat ze altijd verstandige keuzes maken.

Belangrijk is dat uit onderzoek blijkt dat IQ en EQ dat wel zijn grotendeels ongecorreleerd. Je kunt hoog scoren op beide, laag op beide, of uitblinken in het ene en achterblijven in het andere. Het zijn complementaire gereedschappen, zoals het hebben van zowel een hamer als een schroevendraaier. Het een vervangt het ander niet, maar samen zorgen ze ervoor dat je een breder scala aan problemen kunt aanpakken.

Waarom mensen met een hoog IQ domme dingen doen

Dus waarom gedragen objectief intelligente mensen zich soms dwaas? Een paar terugkerende patronen verklaren dit.

  1. Overmoed in redeneren. Mensen met een hoog IQ vertrouwen vaak te veel op hun logica en negeren emotionele of contextuele signalen. Deze ‘cognitieve arrogantie’ leidt tot blinde vlekken, vooral bij sociale of morele dilemma’s.
  2. Complexisering. Slimme mensen kunnen eenvoudige problemen te ingewikkeld maken, waarbij breedsprakigheid of abstractie voor inzicht worden aangezien. Ze bouwen ingewikkelde argumenten om slechte beslissingen te rechtvaardigen. Ware intelligentie maakt complexe dingen eenvoudig, in plaats van andersom.
  3. Bevestigingsvooroordeel. Hoe slimmer je bent, hoe beter je wordt in het rationaliseren van je fouten. Intelligentie versterkt zelfbedrog als het ego op het spel staat. Te vaak zijn slimme mensen meer geïnteresseerd in het smeren van hun ego dan in het nemen van de juiste beslissing; hun verlangen om zich slim te voelen overtreft misschien hun verlangen om tot de oplossing van een probleem te komen.
  4. Risico illusie. Intelligente mensen hebben vaak het gevoel dat ze de onzekerheid te slim af kunnen zijn, door roekeloze weddenschappen aan te gaan (financieel, professioneel of persoonlijk) onder de illusie van controle. Vooral wanneer intelligentie gecombineerd wordt met narcistische neigingen, kan dit leiden tot intellectuele onderprestaties ten koste van grootsheid.
  5. Smalle optimalisatie. Ze richten zich op het optimaliseren van een specifieke variabele (bijvoorbeeld efficiëntie, winst, prestige) terwijl ze de bredere consequenties negeren. Een ‘slimme’ bedrijfsstrategie die het vertrouwen of het welzijn ondermijnt, is op de lange termijn niet slim.

Kortom, een hoog IQ kan je beter maken in het rechtvaardigen van domme ideeën, en in het verdedigen van je argumenten en acties tegen anderen, wat kan leiden tot het ‘slimste persoon in de kamer’-syndroom.

Wanneer emotionele intelligentie averechts werkt

EQ biedt ook geen immuniteit tegen domheid. In feite kunnen de deugden ervan een verplichting worden als ze te ver worden doorgevoerd.

  1. Empathie surplus. Als u te veel op de emoties van anderen bent afgestemd, kunt u overdreven meegaand of terughoudend worden in het naar voren brengen van harde waarheden.
  2. Vriendelijkheid overdrive. Mensen met een hoog EQ vermijden vaak conflicten, zelfs als confrontatie noodzakelijk is om grotere problemen later te voorkomen. En mensen die zich richten op het vermijden van conflicten, veroorzaken op de lange termijn uiteindelijk veel conflicten.
  3. Emotionele manipulatie. De donkere kant van EQ is de machiavellistische charme, waarbij emotioneel bewustzijn wordt gebruikt om te manipuleren in plaats van te verbinden.
  4. Compassie vermoeidheid. Te veel zorgen kan tot een burn-out leiden, vooral in leiderschaps- of zorgtaken. In welke functie of organisatie dan ookVooral in competitieve omgevingen zul je, als je optimaliseert om met elkaar overweg te kunnen, de bereidheid van mensen om vooruit te komen aantasten.
  5. Emotionele onderdrukking. Sommige emotioneel ‘volwassen’ individuen reguleren zo goed dat ze zich losmaken van hun authentieke gevoelens, waardoor ze hun spontaniteit en creativiteit verliezen.

In essentie kan EQ zonder grenzen je tot een ‘aardige dwaas’ maken – geliefd bij iedereen, uitgebuit door velen.

De metavaardigheid: coachbaarheid en leren

Als IQ en EQ je helpen slimme keuzes te maken, wat helpt jou dan? verblijf slim? Het antwoord is coachbaarheidde bereidheid en het vermogen om van fouten te leren. Deze metavaardigheid onderscheidt de chronisch domme mensen van de steeds slimmer wordende mensen. Iedereen maakt fouten; alleen degenen die zich kunnen aanpassen, leren van hen.

Hier zijn vijf op bewijs gebaseerde manieren om uw besluitvormingsintelligentie te verbeteren.

  1. Zoek meedogenloos naar feedback. Slimme mensen vragen om kritiek voordat een mislukking dit onvermijdelijk maakt. Het doel is niet om gelijk te hebben; het is om daadwerkelijk beter te worden (evolueren, ontwikkelen, groeien, enz.).
  2. Maak onderscheid tussen proces en resultaat. Een goede beslissing kan tot een slecht resultaat leiden, en omgekeerd. Evalueer Hoe jij hebt besloten, niet alleen wat er is gebeurd.
  3. Stel je zekerheden in vraag. Behandel je overtuigingen als hypothesen die je moet testen, niet als waarheden die je moet verdedigen.
  4. Breng emotie en logica in evenwicht. Vraag vóór belangrijke beslissingen: Denk ik helder na? En heb je hier een goed gevoel bij? IQ en EQ kunnen daadwerkelijk samenwerken om de resultaten te verbeteren, maar je zult deze spanning moeten beheersen en ze tot bondgenoten moeten maken.
  5. Bestudeer je eigen patronen. Houd een beslissingsdagboek bij en leg keuzes, voorspellingen en resultaten vast. . . of op zijn minst reflecteren, feedback krijgen, beoordelen en herijken. Na verloop van tijd zul je zien welke vooroordelen of emoties je doen struikelen.

Kortom, de slimste mensen zijn niet degenen die nooit fouten maken; zij zijn degenen die het leren van fouten systematiseren. Wat uiteindelijk wijsheid van dwaasheid scheidt, is niet alleen intellect of emotie, maar het vermogen om zich aan te passen – om te leren, opnieuw te kalibreren en te verbeteren.

Als auteur en Harvard-professor Amy Edmondson illustreert overtuigend: Uiteindelijk gaat slimheid minder over het hebben van de juiste antwoorden, maar meer over betere vragen stellen nadat je ongelijk hebt gehad. De werkelijk intelligente persoon is niet degene die domme fouten vermijdt, maar degene die weigert ze te herhalen.

{“blockType”:mv-promo-block”,”data”:{“imageDesktopUrl”:https://images.fastcompany.com/image/upload/f_webp,q_auto,c_fit/wp-cms-2/2025/10/tcp-photo-syndey-16X9. jpg”,”imageMobileUrl”https://images.fastcompany.com/image/upload/f_webp,q_auto,c_fit/wp-cms-2/2025/10/tcp-photo-syndey-1×1-2.jpg”eyebrow” “headline” “Get meer inzichten van Tomas Chamorro-Premuzic”,”dek: “Dr. Tomas Chamorro-Premuzic is hoogleraar organisatiepsychologie aan de UCL en Columbia University, en mede-oprichter van DeeperSignals. Hij heeft 15 boeken en meer dan 250 wetenschappelijke artikelen geschreven over de psychologie van talent, leiderschap, AI en ondernemerschap Meer”,”ctaUrl”:https://drtomas.com/intro/”,”theme”:{“bg”:#2b2d30″, “text”:#ffffff”, “eyebrow”:#9aa2aa”, subhed”:#ffffff”, “buttonBg”: “#3b3f46”, “buttonHoverBg”:91424800, “buttonText”:false,”slug”:91424798, “shareable”:false,”slug”}}

Nieuwsbron

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in