Maar al te vaak zien mensen het de uitdrukking “gebaseerd op een waargebeurd verhaal” en concentreer je veel te veel op het ‘waargebeurde verhaal’-gedeelte, terwijl je het ‘gebaseerd op’ overslaat. Het is een probleem dat praktisch al bestaat sinds het begin van de cinema (zo niet eerder), en heeft geresulteerd in alles, van ‘print the legend’-achtige hagiografie tot mensen die zichzelf in levensgevaar brengen. Toch is het niet het publiek dat hiervoor de volledige schuld draagt. Zeker, honderden gewetenloze venters, ballyhoo-mannen en reclamebureaus hebben maar al te graag kaartjes verkocht door gebruik te maken van de aantrekkingskracht van de veronderstelde realiteit als het om films en televisie gaat. In sommige gevallen gaat dit zo ver dat de advertenties minder op verkoop lijken en meer op een soort vertrouwensspel.
Verschillende films die deze feestdagen zijn uitgebracht, zijn gebaseerd op waargebeurde verhalen: ‘The Testament of Ann Lee’, ‘Song Sung Blue’ en ‘Avatar: Fire and Ash’ (oké, ja, met die laatste maak ik een grapje). ‘Marty Supreme’ van Josh Safdie bevat noch in de advertenties, noch in de aftiteling een disclaimer over zijn wortels in de werkelijkheid, en de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat veel van de buitensporige elementen en decorstukken van de film het werk van fictie zijn. Maar hoewel de film niet per se gebaseerd is op een waargebeurd verhaal, is hij wel degelijk gebaseerd op een echt persoon. In de film speelt Timothée Chalamet Marty Mauser, een hustler uit New York City die elke truc die hij tot zijn beschikking heeft gebruikt om van zichzelf een wereldkampioen tafeltennis te maken. Mauser is gebaseerd op Martin “Marty” Reisman, een tafeltennisspeler uit New York en ooit kampioen. Als zodanig is “Marty Supreme” niet per se gebaseerd op een waargebeurd verhaal, maar op de werkelijkheid.
De echte Marty Mauser was Marty Reisman
“Marty Supreme” speelt zich af in 1952, en de reden daarvoor is niet willekeurig. Om te beginnen was het in de jaren vijftig dat de populariteit van de tafeltennissport (ook wel pingpong genoemd) zich verder uitbreidde dan de Engelse oorsprong en ook Aziatische landen omvatte. Zoals te zien is in de film van Safdie, leidde deze populariteit ertoe dat deze landen vaker deelnamen aan officiële kampioenschappen. De Japanse gouden medaillewinnaar van 1952 in het herenenkelspel, Hiroji Satoh, is waarschijnlijk de inspiratie voor het personage Endo in de film, gespeeld door Koto Kawaguchi, die Marty’s professionele rivaal wordt. Bovendien werd in de jaren ’50 schuim geïntroduceerd in klassieke tafeltennispeddels, wat het spel verder transformeerde. Deze ontwikkeling wordt ook in de film vermeld, zij het op een verdraaide manier.
De belangrijkste reden voor de historische setting van de film is natuurlijk dat deze losjes gebaseerd is op het leven van Marty Reisman. Hoewel het merendeel van de incidenten in de film fictief is, is de geest van Reisman overal in Mauser terug te vinden. Net als zijn filmische tegenhanger werd Reisman geboren in een Asjkenazisch-joods gezin en was hij al op jonge leeftijd geobsedeerd door tafeltennis. Hij vocht voor geld bij verschillende tafeltennisclubs en nam uiteindelijk deel aan talloze kampioenschappen, waarbij hij tussen 1946 en 2002 in totaal 22 titels won. Tijdens zijn leven werd hij zo’n zichtbaar, flamboyant personage dat hij niet alleen komische routines deed voor onder meer de Harlem Globetrotters (zoals te zien in de film) en in talkshows verscheen, maar hij werd ook bekend om zijn kenmerkende stijl, aangezien hij vaak felle kleding en een soort fedora droeg. Dus hoewel noch de kostuums van Mauser, noch de virale jassen en andere merchandise van de film lijken op de stijl van Reisman, zetten ze zijn flair voor spetterende mode voort.
‘Marty Supreme’ is een voorbeeld van Safdie’s losse, interpretatieve benadering van de werkelijkheid
Hoewel “Marty Supreme” en Chalamets optreden onmiskenbaar een eerbetoon zijn aan Reisman, zou het onjuist zijn om de film een 1:1-bewerking van diens leven te noemen. In tegenstelling tot de talloze andere films die losjes gebaseerd zijn op echte mensen of gebeurtenissen, zetten Safdie en co-schrijver/co-redacteur Ronald Bronstein “Marty Supreme” een aantal stappen verder dan de waarheidsgetrouwheid van de periode. Voor de zekerheid is het productieontwerp (met dank aan Hollywood-legende Jack Fisk) en kostuumontwerp (door Miyako Bellizzi) lijken accuraat te zijn tot de jaren ’50, net als elke diegetische muziek. Toch is de originele partituur van Daniel Lopatin een elektronische fantasie, die een geluid creëert dat net zo 2025 is als dat het doet denken aan de partituren uit de jaren ’70 en ’80 van de Duitse elektronische muziekgroep Tangerine Dream. Safdie en muziekbegeleider Gabe Hilfer verdubbelen de auditieve regie van Lopatin en vullen de film met een stel pop/rock-naalddruppels uit de jaren 80.
Dit alles wil zeggen dat Safdie en “Marty Supreme” opzettelijk een gefictionaliseerde wereld creëren die bestaat uit een mix van verschillende elementen, die het historische en het ahistorische combineren. Het maakt de film tot een onstuimige ervaring, die de kijker opzettelijk distantieert van elk gevoel van afstand dat wordt gecreëerd door de historische setting of de attributen van het verhaal in het algemeen. Op deze manier kan Safdie het publiek direct in dezelfde emotionele hoofdruimte plaatsen als Marty Mauser, waardoor de verschillende chaotische gebeurtenissen veel krachtiger en onmiddellijker aanvoelen. Als gevolg hiervan is de film emotioneel veel waarheidsgetrouwer. Hoewel ‘Marty Supreme’ misschien niet gebaseerd is op een waargebeurd verhaal, is het inderdaad gebaseerd op een echt persoon, en zoveel aspecten van Marty Reisman – zijn hustler-karakter, zijn liefde voor tafeltennis, zijn zwakheden en zijn kleine triomfen – zijn vertegenwoordigd in de film.
“Marty Supreme” is overal in de bioscoop te zien.





