De legendarische filmmaker en sitcom-acteur Rob Reiner is op 78-jarige leeftijd overledeneen ongelooflijk tragisch verlies voor ons allemaal. Reiner kreeg bekendheid als regisseur met zijn cult-mockumentary uit 1984, ‘This is Spinal Tap’, en regisseerde vervolgens een hele reeks Hollywood-klassiekers, waaronder ‘The Princess Bride’, ‘When Harry Met Sally’ en ‘A Few Good Men’. Een dergelijke genrevariatie zou een indicatie moeten zijn van het ongelooflijke vermogen van de regisseur om krachtige verhalen te vertellen zonder te worden beperkt door regels of conventies. Dit gevoel van flexibiliteit wordt weerspiegeld in zijn behandeling van twee duidelijk verschillende Stephen King-verhalen – ‘Stand by Me’ en ‘Misery’ – die gebruik maken van werelden die niet meer van elkaar kunnen verschillen.
Terwijl Reiner’s ‘Stand By Me’ harder inslaat dan King’s suggestieve novelle, zijn Oscar-winnende “Misery” is een onvergetelijke ervaringdankzij de grillige wending van Kathy Bates als Annie Wilkes. Bovendien handhaaft de film van Reiner de spanning en intriges gedurende de hele 107 minuten durende film, omdat hij begrijpt hoe hij ons verslaafd kan houden. King is het er ook mee eens dat “Misery” uit 1990 een verfijnde thriller is, en bestempelt de aanpassing zelfs als de superieure versie (via De New York Times):
“De combinatie van Kathy Bates en James Caan (die de beroemde romanschrijver Paul Sheldon speelt) was magisch. En er zat een vleugje humor in dat echt ontbrak in het boek.”
In hetzelfde interview is King van mening dat aanpassingen weliswaar buiten het raamwerk van het bronmateriaal moeten groeien, maar toch enigszins trouw moeten blijven aan de kern van het verhaal. Deze benadering is een mooie evenwichtsoefening, en het is er een waarin Reiner uitblonk, aangezien zijn verfraaiingen in ‘Misery’ niets wegnemen van de centrale thema’s van de roman. Laten we Reiners geliefde psychologische horrorthriller eens nader bekijken.
Misery van Rob Reiner is een van de beste Stephen King-verfilmingen tot nu toe
Spoilers voor “Misery” in het verschiet.
Op het eerste gezicht lijkt Reiners achtergrond in komedie misschien niet geschikt voor een bruut horrorverhaal als ‘Misery’. Bij nader inzien komt Reiner echter naar voren als de perfecte kandidaat om de galgenhumor van de roman te vertalen naar iets meer campy. De hachelijke situatie van Paul roept zeker angst op, maar het is ook diep absurd in de manier waarop het de giftigheid van fans en de angsten van een kunstenaar blootlegt. Reiners versie is misschien niet trouw aan elk verhaal uit King’s roman, maar het geeft Paul’s gevoel van claustrofobie/terreur met grote vaardigheid weer. We mogen ook afstand nemen van de eensporige headspace van Paul, die een gelaagde dimensionaliteit toevoegt aan de innerlijke wereld van de film.
Bates’ Annie is ook niet eendimensionaal hyperobsessief. Het personage wisselt af tussen aanbidding en totale wraak voor hetzelfde individu, waarbij de schadelijke echokamer van fandomruimtes en het humeurige parasocialisme dat binnensluipt nauwkeurig wordt weergegeven. Annies hyperfixatie wordt tot komische extremen doorgevoerd, maar we lachen niet als ze Paul met een voorhamer op zijn enkels slaat (en zonder spijt). Doodsbedreigingen culmineren in feitelijk lichamelijk letsel, omdat Annie de fictieve wereld van Paul in die van haar wil omvormen en controle wil uitoefenen op een manier die niemand anders zou kunnen doen. Op een ongelooflijk gestoorde manier is Annie inderdaad Pauls ‘fan nummer één’.
Reiner’s vermogen om sentimenten van campy-horror te combineren met diepgeworteld sadisme maakt ‘Misery’ tot de razend populaire King-bewerking die het is. Dit aangeboren talent is de reden dat King er uiteindelijk mee instemde de filmrechten op ‘Misery’ te verkopen nadat hij onder de indruk was geraakt van Reiners tedere behandeling van ‘Stand by Me’, omdat hij er vertrouwen in had dat de regisseur het recht zou doen.
Misschien is de beste manier om de nagedachtenis van Reiner te respecteren het vieren van zijn kunst, die nooit zal worden vergeten.




