Home Nieuws COP30 kan de doelstelling van 1,5 graden Celsius niet halen zolang de...

COP30 kan de doelstelling van 1,5 graden Celsius niet halen zolang de militaire uitstoot ontelbaar blijft | Omgeving

5
0
COP30 kan de doelstelling van 1,5 graden Celsius niet halen zolang de militaire uitstoot ontelbaar blijft | Omgeving

Legers zijn de grote mondiale vervuilers, maar blijven toch vrijgesteld van klimaatrapportage, waardoor een blinde vlek ontstaat die de hele COP30-routekaart bedreigt.

Nu de COP30-onderhandelingen in Belem hun laatste fase ingaan, bestaat er hoop dat landen het eindelijk eens zullen worden over een routekaart voor het geleidelijk afbouwen van fossiele brandstoffen – een doorbraak die cruciaal is als we serieus willen blijven 1,5C levend. Maar zelfs op dit cruciale moment ontbreekt er nog steeds één belangrijke snelweg op die routekaart die de vooruitgang in Brazilië zou kunnen ondermijnen: de koolstofemissies van het leger.

Volgens het Akkoord van Parijs zijn regeringen niet verplicht de uitstoot van hun legers te rapporteren, en dat doen ze meestal ook niet. Recente analyse door de Militaire emissiekloof project laat zien dat de weinige gegevens die er zijn fragmentarisch, inconsistent of geheel ontbreken. Deze ‘militaire emissiekloof’ is de kloof tussen wat regeringen onthullen en de werkelijke omvang van de militaire vervuiling. Het resultaat is grimmig: legers blijven grotendeels onzichtbaar in de onderhandelingen in Belem, waardoor een gevaarlijke blinde vlek ontstaat in de mondiale klimaatactie.

De omvang van die blinde vlek is onthutsend. Legers zijn verantwoordelijk voor naar schatting 5,5 procent van de mondiale uitstoot. Dit aandeel zal naar verwachting verder stijgen naarmate de defensie-uitgaven stijgen terwijl de rest van de samenleving koolstofvrij wordt. Als legers een land zouden zijn, zouden ze de vijfde grootste uitstoter ter wereld zijn, vóór Rusland met 5 procent. Toch volgen slechts vijf landen de vrijwillige rapportagerichtlijnen van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) voor militaire emissies, en die hebben alleen betrekking op het brandstofverbruik. De realiteit is veel breder: de productie en verwijdering van munitie, afvalbeheer en diffuse emissies van koeling, airconditioning, radar en elektrische apparatuur worden buiten beschouwing gelaten. En operaties in de internationale wateren en het luchtruim worden helemaal niet gerapporteerd, waardoor er enorme hiaten ontstaan ​​in zowel de klimaatverantwoordelijkheid als de klimaatactie.

De militaire emissiekloof wordt nog groter als we kijken naar de klimaatimpact van gewapende conflicten. Alsof de gruwel en het menselijk lijden als gevolg van oorlogvoering nog niet genoeg zijn, vernietigen oorlogen ook ecosystemen, laten ze decennialang een giftige erfenis achter op het land, en resulteren ze in aanzienlijke CO2-uitstoot, onder meer door de wederopbouw na de vernietiging van gebouwen en infrastructuur. Maar zonder een internationaal overeengekomen raamwerk om de uitstoot van conflicten te meten, bestaat het risico dat deze extra uitstoot niet wordt gerapporteerd, wat betekent dat we niet weten in hoeverre oorlogen klimaatactie tegenwerken.

Maar ondanks dit neemt het momentum voor verantwoordelijkheid eindelijk toe. Bijna 100 organisaties hebben de overeenkomst ondertekend De beloften van het War on Climate-initiatief in de aanloop naar de COP30 eisen demonstranten en maatschappelijke groeperingen in Belem dat de UNFCCC deze lang genegeerde bron van vervuiling aanpakt. Beleidsmakers beginnen ook te veranderen. De Europese Unie heeft stappen gezet in de richting van transparantere berichtgeving en het koolstofvrij maken van de defensiesector, hoewel deze vooruitgang nu wordt bedreigd door een snelle herbewapening. Gecombineerd met de nieuwe doelstelling van de NAVO om 5 procent van het bruto binnenlands product aan legers te besteden, zouden deze toezeggingen tot 200 miljoen ton CO2 kunnen produceren en jaarlijks maar liefst 298 miljard dollar aan klimaatschade kunnen veroorzaken, waardoor Europa’s eigen klimaatdoelstellingen in gevaar komen.

Het internationaal recht versterkt de urgentie en de vraag naar verantwoording. Het Internationale Gerechtshof Een recent historisch advies herinnerde staten eraan dat zij op grond van klimaatverdragen verplicht zijn om de schade te beoordelen, te rapporteren en te beperken, inclusief schade veroorzaakt door gewapende conflicten en militaire activiteiten. Het negeren van deze emissies onderschat niet alleen de opwarming van de aarde; het maskeert de omvang van de crisis en verzwakt het vermogen van de wereld om de onderliggende oorzaken aan te pakken.

De kloof tussen de huidige emissiereductieplannen en wat nodig is om onder de grens van 1,5 graden Celsius te blijven, blijft catastrofaal. Als de COP30-onderhandelaars het eens worden over een routekaart voor het uitfaseren van fossiele brandstoffen, zal wat er daarna gebeurt bepalen of dit echte vooruitgang oplevert of symbolisch blijft. Geen enkele sector kan worden vrijgesteld van klimaatactie, en militaire emissies kunnen niet verborgen blijven.

Verplichte rapportage van alle militaire emissies aan het UNFCCC – van gevechts- en trainingsactiviteiten tot de langdurige klimaatschade die aan gemeenschappen wordt toegebracht – is essentieel. Die gegevens moeten de basis vormen voor urgente, wetenschappelijk onderbouwde reducties, ingebed in nationale klimaatplannen en consistent met de 1,5°C-limiet.

Veiligheid mag niet ten koste gaan van het klimaat. Het aanpakken van de klimaatverandering is nu essentieel voor onze collectieve veiligheid en het voortbestaan ​​van onze planeet.

De in dit artikel geuite standpunten zijn die van de auteur en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs het redactionele beleid van Al Jazeera.

Nieuwsbron

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in