Verschillende Syrische en Amerikaanse soldaten raakten zaterdag gewond toen er werd geschoten op een gezamenlijke militaire delegatie in Palmyra in centraal Syrië, aldus staatsmedia.
Het incident is het eerste in zijn soort dat wordt gerapporteerd sinds door islamisten geleide strijdkrachten in december vorig jaar de oude Syrische heerser Bashar al-Assad omverwierpen en de banden van het land met de Verenigde Staten nieuw leven inblazen.
“Verschillende leden van de Amerikaanse strijdkrachten” raakten gewond bij de schietpartij, samen met “twee leden van de Syrische veiligheidstroepen”, zei staatspersbureau SANA, een veiligheidsbron citerend.
SANA meldde dat de soldaten deelnamen aan een ‘gezamenlijke patrouille’ in Palmyra, dat ooit onder controle stond van de groep Islamitische Staat (IS), en dat de schutter was gedood.
Helikopters hebben de gewonden geëvacueerd naar de Tanf-basis in het zuiden van Syrië, waar Amerikaanse troepen zijn ingezet, aldus SANA.
Vorige maand, tijdens het bezoek van de Syrische president Ahmed al-Sharaa aan Washington, sloot Damascus zich formeel aan bij de door de VS geleide mondiale coalitie tegen de IS-groep.
(Behalve de kop is dit verhaal niet geredigeerd door NDTV-medewerkers en wordt het gepubliceerd via een gesyndiceerde feed.)



