Wat is jouw fascinatie voor cultuur en herinnering, en waar komt die vandaan?
Ik hou gewoon van hoe herinneringen en cultuur bepalen wie we zijn als mensen. Ik ben vooral geïnteresseerd in geluiden, objecten of trends en hoe dat een heel gevoel of tijd terug kan brengen. Ik denk dat dit komt door het feit dat ik opgroeide in een tijd waarin de dingen snel veranderden, vooral met internet. Door naar herinnering en cultuur te kijken, begrijp ik hoe het verleden ons bijblijft en hoe we er vandaag de dag betekenis aan geven.
Jouw solotentoonstelling, Zacht spelenopent medio oktober in Charleston. Ons door de tentoonstelling leiden?
Door oom te worden, ben ik onlangs terug in de wereld van het spelen gekomen, maar dan door de ogen van mijn neef. Het deed me nadenken over hoe we ons als volwassenen bijna nooit meer zomaar laten spelen. Ik raakte geïnteresseerd in die overgangsperiode tussen kind en tiener zijn, waarin spelen niet cool of kinderachtig begint te voelen. Zacht spelen gaat helemaal over die ongemakkelijke reis van het opgroeien – het mixen van hard en zacht, mannelijk en vrouwelijk en de sociale regels en trends die het tienerleven vormden aan het begin van het internettijdperk.
De tentoonstelling combineert verschillende media, zoals beeldhouwkunst, textiel, print, geluid en objecten. Waarom was het belangrijk om deze allemaal met elkaar te verweven?
Het gebruik van verschillende media zorgt voor een interessantere show en ervaring. Ik denk ook dat het werk daardoor toegankelijker wordt en hopelijk een breder publiek aanspreekt. Bovendien geeft het mij meer ruimte om met ideeën te spelen en te experimenteren.
Heeft u een favoriet stuk in de tentoonstelling en zo ja, waarom?
Een van mijn favoriete stukken is Homo als je dat niet doet – een lange lijst met gekke dingen die op school als ‘homo’ werden beschouwd. De tekst is in het lettertype Nokia 3310 op metaal gezeefdrukt. Ik gebruik graag metaal als canvas, het is sterk en duurzaam, net als in de jaren 2000. Het werk is een grappige terugblik op hoe ver we zijn gekomen, en hoe belachelijk de hoepels waren waar we doorheen sprongen om niet ‘homo’ over te komen.
Hoe wil je dat mensen zich voelen als ze de tentoonstelling verlaten? Is er iets speciaals waarvan je wilt dat ze het achterlaten?
Ik wist dat ik met deze show wilde dat het werk interactiever zou aanvoelen. Er zijn knoppen die geluiden en lichten activeren, een schommel op schaal, zitzakken en zelfs een klimrek, allemaal knipoogjes naar onze kindertijd. Ik wilde dat het speels, kleurrijk en tastbaar zou aanvoelen. Ik hoop dat het mensen aan het lachen maakt en hen misschien zelfs terugvoert naar hun eigen jeugd.
Fotografie door Lee Robbins.


