De Franse president Emmanuel Macron zal naar verwachting donderdag de contouren van een nieuwe vrijwillige militaire dienst onthullen tijdens een bezoek aan de basis van de 27e Berginfanteriebrigade in Varces, in het zuidoosten van het land.
De aankondiging markeert een belangrijke verschuiving, dertig jaar nadat voormalig president Jacques Chirac in 1996 de verplichte dienstplicht afschafte.
In een gesprek met de Franse radio RTL verdedigde Macron dinsdagochtend de noodzaak om de band tussen burgers en de strijdkrachten te versterken.
“We moeten het pact tussen de strijdkrachten en de natie versterken”, zei hij, waarbij hij benadrukte dat het nieuwe programma tot doel heeft het Franse nationale dienstenkader te moderniseren.
‘We moeten elke verwarring wegnemen’
Het idee om een of andere vorm van nationale dienst opnieuw in te voeren, is blijven hangen sinds Macrons eerste presidentiële campagne in 2017.
Zijn oorspronkelijke voorstel leidde tot de oprichting van de Universele Nationale Dienst (SNU), een op de burgerij gericht programma bedoeld om de burgerbetrokkenheid onder jongeren te bevorderen.
De SNU kreeg echter te maken met hoge kosten, implementatieproblemen en een beperkte acceptatie. Het werd uiteindelijk opgeschort nadat Sébastien Lecornu in september premier werd.
In zijn RTL-interview bevestigde hij geen terugkeer naar de dienstplicht, maar herhaalde hij dat het project vrijwillig zal blijven.
Bovenal probeerde hij de vrees weg te nemen dat het vernieuwde programma zou kunnen leiden tot uitzendingen naar Oekraïne.
“We moeten in ieder geval onmiddellijk elke verwarring wegnemen dat we onze jongeren naar Oekraïne gaan sturen”, benadrukte Macron. “Dat is helemaal niet waar het hier om gaat.”
Afgelopen dinsdag stuurde generaal van de Franse strijdkrachten Fabien Mandon schokgolven nadat hij het congres van Franse burgemeesters had verteld dat Frankrijk riskeert een mislukking als het land niet bereid is te accepteren dat ‘onze kinderen verloren gaan’ om ‘te beschermen wat we zijn’.
De financiële implicaties van het nieuwe programma blijven een van de belangrijkste vraagtekens.
Volgens een nota van de Hoge Commissaris voor Planningzou een vergelijkbare regeling voor 70.000 deelnemers jaarlijks 1,7 miljard euro kosten. Deze uitgaven zijn niet opgenomen in de huidige Franse militaire begrotingswet voor de periode 2024-2030.
Premier Sébastien Lecornu heeft ook aangekondigd dat hij het Parlement binnenkort zal betrekken bij bredere defensiekwesties, met als doel een stemming in beide kamers.
Europa’s veranderende mening over militaire dienst
Frankrijk staat verre van alleen in het heroverwegen van zijn benadering van militaire paraatheid te midden van de toegenomen spanningen met Rusland. Verschillende Europese landen hebben onlangs hun nationale serviceprogramma’s uitgebreid of nieuw leven ingeblazen.
België, Nederland en Duitsland hebben allemaal belangstelling getoond voor vrijwillige of selectieve dienstplichtmodellen.
Berlijn heeft in augustus een wet aangenomen die een vrijwillige militaire dienst introduceert, waarbij vanaf 2026 vragenlijsten naar alle 18-jarigen moeten worden gestuurd om hun vaardigheden en interesse om lid te worden van de Bundeswehr te beoordelen.
Tien EU-landen handhaven nog steeds de dienstplicht of hebben deze opnieuw ingevoerd: Oostenrijk, Kroatië, Cyprus, Denemarken, Estland, Finland, Griekenland, Letland, Litouwen en Zweden.


