De ontwerpers van het boek, Alflie Allen en Max Marshall, brachten de mode-erfenis van grime naar de tactiele ervaring. James zegt: “Ik zei dat ik geen koffietafelboek wilde maken, omdat ik dacht dat dat niet goed voelde voor vuil.” Om de sfeer van het genre het beste te kunnen weergeven, kwamen James, Alfie en Max op het idee om het fotoboek samen te vatten in een poster; elke pagina kan worden uitgevouwen tot A2-formaat, waardoor een verhalenboek ontstaat dat zich naast het verhaal ontvouwt. “De inspiratie was toen al het materiaal – heel plastic en glanzend”, zegt James. “Een paar oude zilveren en oranje Nike-sneakers hadden een grote invloed op het ontwerp van de hoes.” Het fotoboek is verpakt in een zilveren, platenachtige hoes, met een levendig oranje buikband die in de bovenste en onderste groeven past om het geheel bij elkaar te houden.
Een andere belangrijke invloed waren de vindingrijke experimenten met de grimecultuur. Bijvoorbeeld S-X’s Gehoor werd gemaakt toen de producer uit Wolverhampton nog maar 18 was, maar blijft een onmiddellijk herkenbaar onderdeel binnen het genre. James bracht met zijn donkere kamertechnieken een eerbetoon aan de eenvoud van de grimeproductie, vaak gemaakt in software als Fruity Loops. “De techniek was heel instinctief, waarbij kleuren werden uitgekozen en bijna zonder te zien werd geschilderd (het is op fotopapier, dus moet op de juiste plek worden gedaan) om deze levendige kleuren te creëren”, zegt James.
Gemeenschap ligt James nauw aan het hart. Hij belicht een belangrijke plek waar grime begon: een jeugdclub in Bow aan Devons Road waar mensen als D Double E, Nasty Crew en Ruff Sqwad allemaal naartoe gingen om ideeën uit te wisselen en hun vak aan te scherpen. Dergelijke ruimtes worden steeds belangrijker voor de jeugd, vooral als ze geconfronteerd worden met problemen grootschalige sluitingen. James zegt: “Ik zou graag vinden dat de overheid meer zou moeten doen, maar de geschiedenis heeft mij geleerd geen vertrouwen te hebben in onze regering. Ik geloof dus dat de creatieve industrie meer zorg en ondersteuning nodig heeft. Het is onze verantwoordelijkheid!”
James om deze zomer een tweedaagse workshop te geven in Beau Beaus Cafe in E1 om ervoor te zorgen dat het boek iets teruggeeft aan de gemeenschap. Hij heeft een oproep doorgestuurd Kunst noodgeval – een organisatie waar hij zes jaar lang mentor van is – om jonge fotografen een praktische workshop te laten volgen over het fotograferen van jonge muzikanten van de muziekacademie van Beau Beau, waarvan de resultaten vervolgens werden tentoongesteld. Sinds de release van het boek heeft James zijn mentorschap uitgebreid door te werken aan zijn korte film en een boek met de titel Hoe groter de hoed, dichter bij de hemel. “Bekijk deze ruimte!”, eindigt de fotograaf.
Het fotoboek van James Pearson-Howes Als ik ‘Ere’ ben is te koop bij hem online winkel.


